Een reis plannen kan een hele uitdaging worden als je net zoals ik start met een lange lijst van mooie plekken die je absoluut wil zien. Het geeft je een gevoel dat je elke highlight, elk restauranttipje, elk uitzichtpunt in je planning moet steken en niets mag missen.
Maar hoe ik het ook draai of keer, soms is het onmogelijk om alles in te plannen. Een reis mag ten slotte niet het gevoel geven dat je vooral aan het afvinken bent in de plaats van te genieten. Stel je voor dat je moet spurten van het ene naar het andere, er eigenlijk maar half bij bent en gefrustreerd geraakt als je niet alles hebt kunnen doen. Zonde, toch?
Omdat dit niet de manier is waarop ik onze reizen wil beleven, kies ik er voor om elke dag één must-do te plannen, één hoofddoel waar we op focussen. Dat geeft rust en ruimte om er volop van te genieten, zonder die druk om alles gezien te moeten hebben. Het zorgt ervoor dat er altijd plek is voor verrassingen onderweg. Een gezellig terrasje waar we blijven hangen, een onverwachte tip van een local, een kleine omweg naar een mooi uitzichtpunt… die momenten maken een reis vaak zoveel waardevoller dan een strak schema.
Ik plan bewust minder, maar mijn lijstje hou ik wel achter de hand. Zo hebben we altijd inspiratie voor extra stops als er tijd of zin is, zonder dat het voelt als een verplichting.
Het doel van de reis is niet thuiskomen met het idee dat we overal geweest zijn, maar dat we genoten hebben van de kleine dingen en meer aanwezig waren in het moment.
En eerlijk? Dat geeft een heel andere vorm van vrijheid.
Hoe ik die lijstjes bij hou las je in mijn vorige blog.
Volgende week deel ik hoe ik mijn reis bucketlist organiseer.